Frontale offset-botsing met vervormbaar obstakel (ODB)
De test met een frontale offset-botsing met een vervormbaar obstakel werd in 1997 geïntroduceerd, maar in 2020 vervangen door de test met een frontale aanrijding met een bewegend vervormbaar obstakel.
Van alle soorten auto-ongelukken zijn frontale aanrijdingen het vaakst verantwoordelijk voor een fatale afloop of ernstig letsel. Een veel voorkomend scenario is een frontale aanrijding tussen twee auto's die elkaar met een hogere snelheid tegemoetkomen. In de meeste gevallen raken de voorzijdes van de twee auto's elkaar slechts gedeeltelijk, d.w.z. de aanrijding is offset.
Van alle soorten auto-ongelukken zijn frontale aanrijdingen het vaakst verantwoordelijk voor een fatale afloop of ernstig letsel.
In de botsproef rijdt de auto met een snelheid van 64 km/h en een overlap van 40% tegen een vervormbaar obstakel waarmee de tegemoetkomende auto wordt gesimuleerd. Deze botsproef is een simulatie van een frontale aanrijding tussen twee auto's met hetzelfde gewicht die beide met een snelheid van 50 km/h rijden. Voor deze botsproef wordt gebruikgemaakt van twee dummy's met het postuur en gewicht van de gemiddelde man op de voorstoelen en twee kinder-dummy's die in kinderzitjes op de achterbank zijn geplaatst.
In deze aanrijding wordt vooral de structuur van de auto op de proef gesteld. Een onvoldoende sterke structuur stelt inzittenden mogelijk bloot aan delen die het passagierscompartiment binnendringen. De botsingsenergie moet op doeltreffende wijze naar de delen van de auto worden gevoerd waar deze energie efficiënt en veilig kan worden geabsorbeerd. De kreukelzone aan de voorzijde van de auto moet op gecontroleerde wijze kunnen worden samengedrukt, zodat het passagierscompartiment zoveel mogelijk intact blijft. Het verder naar binnen komen van het stuurwiel en de pedalen moet worden beperkt om de kans op ernstig letsel te verkleinen.
Geïntroduceerd in 1997, bijgewerkt in 2015, vervangen door frontale aanrijding met bewegend vervormbaar obstakel in 2020